In veel Nederlandse en Belgische gemeenten is het een bekend gezicht: een rijtje auto’s voor de deur. Soms van bewoners zelf, soms van bezoekers, en soms zelfs van mensen die hobbymatig bezig zijn met voertuigen kopen en verkopen. Maar hoe zit het juridisch? Hoeveel auto’s mag je eigenlijk voor de deur hebben staan? Is daar een wettelijk maximum voor? En wanneer ga je over de schreef? Deze vraag lijkt misschien eenvoudig, maar het antwoord ligt genuanceerd en is sterk afhankelijk van waar je woont, hoe je de voertuigen gebruikt en wie er eigenaar van is.
De kern van deze kwestie draait om twee begrippen: openbare ruimte en het gebruik van voertuigen. Elke burger heeft recht op gebruik van de openbare weg, ook voor het parkeren van zijn of haar voertuig. In beginsel mag je dan ook je auto voor je woning parkeren, mits je je aan de algemene verkeersregels houdt en er geen specifieke parkeerverboden of vergunningen gelden. Maar wat als je niet één auto hebt, maar meerdere? Of als je actief bezig bent met auto verkopen via platforms of op kleine schaal handelt in voertuigen?
De meeste gemeenten hanteren géén vastgestelde maximum voor het aantal voertuigen per woning, zolang deze geparkeerd staan op legale plekken en aan het kentekenregister zijn gekoppeld. In theorie kun je dus drie, vier of zelfs vijf auto’s bezitten en die gewoon op straat parkeren, mits er voldoende ruimte is. Maar in de praktijk ontstaan er snel conflicten. Buurtbewoners klagen bijvoorbeeld over bezette parkeerplekken, vooral in drukke woonwijken met beperkte capaciteit. En op dat moment komt de lokale overheid om de hoek kijken met beleidsregels, wijkgebonden parkeerplannen of vergunningensystemen.
Het aantal auto’s dat je voor de deur mag hebben staan, wordt dus niet landelijk bepaald, maar lokaal geregeld. In sommige gemeenten geldt een systeem van parkeervergunningen waarbij elk huishouden recht heeft op één of twee vergunningen, met beperkte of hogere kosten voor extra voertuigen. In andere steden is parkeren vrij, maar wordt het ontmoedigd door hoge tarieven of beperkte beschikbaarheid. En wie zijn auto verkopen in Aalst wil en tijdelijk een voertuig extra in de straat plaatst, moet uitkijken dat dit niet wordt opgevat als handelsactiviteit zonder vergunning.
Particulier bezit versus handelsvoorraad
Er is een belangrijk verschil tussen iemand die meerdere voertuigen bezit voor eigen gebruik, en iemand die voertuigen inkoopt en verkoopt als nevenactiviteit of hobbymatig handelt. In dat laatste geval kom je al snel in de buurt van een bedrijfsactiviteit, en dat kan leiden tot handhaving. Een particulier mag best meerdere auto’s op zijn naam hebben, maar zodra blijkt dat er regelmatig voertuigen komen en gaan – bijvoorbeeld omdat je via een platform auto’s opkoopt en doorverkoopt – kan de gemeente dit aanmerken als illegale bedrijfsvoering.
Zeker als je auto’s langdurig in de straat staan en zichtbaar te koop worden aangeboden, is de kans groot dat handhavers aan de bel trekken. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er prijskaartjes op de ramen zitten, of als buren klagen over het gebruik van de openbare ruimte voor commerciële doeleinden. Als je regelmatig voertuigen via een auto opkoper inkoopt en via advertenties weer van de hand doet, kun je worden aangemerkt als professioneel handelaar zonder vergunning. Dat geldt ook voor mensen die actief zijn met auto verkopen en vanuit huis een kleine autohandel proberen te runnen.
In zulke gevallen kan de gemeente optreden op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Deze biedt ruimte om parkeerbeleid te handhaven, overlast te beperken en oneigenlijk gebruik van de openbare ruimte tegen te gaan. Het doel is simpel: parkeerplekken zijn er voor bewoners en bezoekers, niet voor het stallen van handelsvoorraad. Een boete, waarschuwing of zelfs bestuursdwang zijn maatregelen die gemeenten kunnen inzetten.
Dat betekent echter niet dat je als particulier niets mag. Je mag heus een extra auto hebben, bijvoorbeeld voor je partner, een zoon of dochter, of een projectauto die je opknapt. Maar transparantie is hier belangrijk. Laat geen borden of stickers op de ramen achter die wijzen op verkoop, en wees terughoudend met reclame op het voertuig. Zo voorkom je discussie of het vermoeden van zakelijke activiteit.
De rol van woonruimte, oprit en privéterrein
Waar je jouw auto parkeert, speelt ook een belangrijke rol in hoeveel je er mag hebben. Als je een eigen oprit, garage of erf hebt, dan ligt de situatie anders dan wanneer je volledig afhankelijk bent van openbare parkeerruimte. Op eigen terrein mag je in principe zoveel auto’s stallen als je wilt, mits het gebruik niet strijdig is met het bestemmingsplan. In sommige gevallen is het zelfs mogelijk om voertuigen op privégrond tijdelijk op te slaan of klaar te maken voor verkoop zonder dat de overheid zich ermee bemoeit.
Dat verandert zodra je overlast veroorzaakt. Bijvoorbeeld door geluid (motoren stationair laten draaien), visuele hinder (wrakken of kapotte voertuigen) of door ongebruikelijke verkeersbewegingen (vrachtwagens of trailers). Dan komt de gemeente alsnog in actie, al is het een stuk lastiger om op te treden als alles zich op eigen grond afspeelt.
Heb je geen eigen terrein, dan ben je afhankelijk van de straat. En daar gelden beperkingen. Als je meerdere voertuigen bezit maar geen vergunningen kunt krijgen voor extra auto’s, kom je al snel in de knel. Sommige gemeentes bieden bezoekersvergunningen of dagpassen aan, maar deze zijn vaak niet bedoeld voor langdurig gebruik. Ook zijn er wijken met tijdsbeperkingen of blauwe zones waar voertuigen maar enkele uren mogen staan.
In steden waar parkeerdruk hoog is, kijken toezichthouders scherp naar opvallende situaties. Parkeer je bijvoorbeeld constant vier voertuigen achter elkaar met wisselende kentekens, dan wek je al snel argwaan. Dat geldt nog sterker als je regelmatig voertuigen overneemt van een auto opkoper, en die korte tijd later weer verkoopt. De optelsom leidt dan tot onderzoek en mogelijk sancties.
Wie bezig is met auto verkopen in Aalst of andere Vlaamse steden, moet extra letten op regelgeving rond parkeren op de openbare weg. Vlaanderen kent veel lokale verschillen, en de handhaving is in sommige steden intensiever dan in andere. Informeer bij je stadskantoor of gemeentehuis naar de precieze regels. Sommige steden vereisen een ondernemersvergunning, zelfs voor beperkte handel vanaf een woonadres.
Standtijd, schorsing en kentekenregistratie
Een ander aspect waar vaak misverstanden over bestaan, is de standtijd van voertuigen op straat. Hoe lang mag een auto daar eigenlijk stilstaan? Ook dit verschilt per gemeente. In de meeste gevallen geldt: zolang een voertuig geldig is gekeurd, verzekerd is en geregistreerd staat, mag het op een legale parkeerplek staan – zolang er geen aanvullende regels gelden. Toch hanteren sommige gemeenten informele grenzen. Staan voertuigen weken- of maandenlang op dezelfde plek, dan kunnen ze worden aangemerkt als ‘zwerfvoertuig’, en dat kan leiden tot verwijdering.
Vooral bij voertuigen met zichtbare schade, platte banden of kapotte ruiten treedt de gemeente snel op. Ook als het voertuig APK-verlopen is of niet verzekerd is, mag het niet meer op de openbare weg staan. In zo’n geval kan het voertuig direct worden verwijderd. Dit is relevant voor wie schadeauto’s beheert of een voertuig tijdelijk heeft staan na aankoop van een auto opkoper.
Een oplossing hiervoor is het schorsen van het kenteken via de RDW. Tijdens een schorsing vervallen de verplichting tot belasting en verzekering, maar mag het voertuig niet op de openbare weg staan – zelfs niet geparkeerd. Je moet het dan op privéterrein plaatsen. Doe je dit niet, dan riskeer je een boete. Als je jouw voertuig tijdelijk niet gebruikt of opknapt voor verkoop, is dit een veilige manier om te voldoen aan de regels.
Let op dat schorsen niet betekent dat je onbeperkt voertuigen mag aanhouden. Ook geschorste voertuigen kunnen voor overlast zorgen, zeker als ze zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Een opkoper die wrakken ophaalt – zoals een auto opkoper of specifiek een auto verkopen in Aalst situatie – houdt vaak rekening met dit risico en biedt zelfs aan om het voertuig direct af te voeren om sancties te vermijden.
Het komt erop neer dat je verantwoordelijk bent voor wat er voor je deur gebeurt. Bezit je meerdere auto’s? Zorg dan voor spreiding, afwisseling of duidelijke uitleg richting je buren. Transparantie en overleg kunnen veel conflicten voorkomen. En wil je structureel gaan handelen in auto’s? Overweeg dan een officieel bedrijfspand of terrein, want de openbare straat is daarvoor zelden geschikt – juridisch en sociaal gezien.